LDe 42 wetten van Ma'at werden geopenbaard aan de priesters en priesteressen van het oude Egypte en gecodificeerd door die meer dan 5000 jaar vóór de christelijke jaartelling. Dit zijn regels die tijdens ons leven op aarde in acht moeten worden genomen en gekoesterd.
De 42 idealen van Maat uit de Tempel van Isis
1. Ik eer deugd
2. Ik geniet met dankbaarheid
3. Ik heb vrede
4. Ik respecteer de eigendommen van anderen
5. Ik bevestig dat al het leven heilig is
6. Ik geef echte offers
7. Ik leef in de waarheid
8. Ik kijk met respect naar alle altaren
9. Ik spreek met oprechtheid
10. Ik consumeer alleen mijn eerlijke deel
11. Ik bied berichten met goede bedoelingen
12. Vertel ik in vrede
13. Ik eer dieren met respect
14. Ik kan vertrouwen
15. Ik geef om de aarde
16. Ik houd mijn eigen advies
17. Ik spreek positief over anderen
18. Ik blijf in balans met mijn emoties
19. Ik heb vertrouwen in mijn relaties
20. Ik hecht veel waarde aan zuiverheid
21. Ik verspreid de vreugde
22. Ik doe mijn best
23. Ik communiceer met mededogen
24. Ik luister naar tegengestelde meningen
25. Ik creëer harmonie
26. Ik roep gelach op
27. Ik sta open voor liefde in verschillende vormen
28. Ik ben toegeeflijk
29. Ik ben klein
30. Ik handel respectvol naar anderen
31. Ik ga akkoord
32. Ik ben mijn innerlijke leiding
33. Ik praat met het bewustzijn
34. Ik doe het goed
35. Ik geef zegeningen
36. Ik houd de wateren zuiver
37. Ik spreek met goede bedoelingen
38. Ik prijs de godin en de god
39. Ik ben bescheiden
40. Ik realiseer me met integriteit
41. Ik ga vooruit door mijn eigen kunnen
42. Ik omarm het geheel
De 77 geboden van Mâat
1. Je zult geen enkel lijden veroorzaken bij mensen
2. Om je ambitie waar te maken, zul je niet intrigeren
3. Je mag een arm persoon niet van zijn levensonderhoud beroven.
4. Je zult geen daden verrichten die door de Goden zijn veroordeeld
5. Je zult anderen geen lijden bezorgen
6. Tempeloffers mag je niet stelen
7. Je mag het brood dat voor de Goden bedoeld is, niet stelen
8. U mag de offers die bestemd zijn voor de geheiligde geesten niet stelen
9. Je mag geen enkele schandelijke daad begaan binnen de heilige terreinen van de tempels
10. Je zult niet tegen de natuur zondigen met iemand zoals jij
11. Gij zult geen melk uit de mond van een kind nemen
12. Je mag niet vissen met een vis als aas
13. Je zult het vuur niet doven terwijl het zou moeten branden
14. U mag de wetten met betrekking tot vleesoffers niet overtreden
15. Je zult geen bezit nemen van de eigendommen van de tempels en de Goden
16. Je zult niet voorkomen dat een God zich manifesteert
17. Je zult geen tranen veroorzaken
18. Je zult geen minachtende gebaren maken
19. Je zult niet boos worden of, zonder reden, ruzie maken
20. Je zult niet onrein zijn
21. Je zult niet weigeren naar gerechtigheid en waarheid te luisteren
22. Gij zult niet lasteren
23. Je zult niet liegen met een vloed aan woorden
24. Je zult geen minachtende taal gebruiken
25. Gij zult een godheid niet vervloeken
26. Je zult niet bedriegen met de offers die aan de Goden worden gebracht
27. Je mag de offers aan de doden niet verspillen
28. Je mag geen eten van kinderen aannemen en je mag nooit liegen
tegen de stadsgoden
29. Je zult goddelijke dieren niet met kwade bedoelingen doden
30. Je zult niet bedriegen (je zult niet bedriegen)
31. Gij zult niet stelen of plunderen
32. Gij zult niet stelen
33. Gij zult niet doden
34. Gij zult de offers niet vernietigen
35. Gij zult onderzoeken (metingen) niet verminderen
36. Gij zult geen eigendommen van de Goden stelen
37. Je zult niet liegen
38. Je zult geen voedsel of schatten stelen
39. Je zult geen pijn veroorzaken
40. Gij zult geen hoererij bedrijven met de hoereerder
41. Gij zult niet oneerlijk handelen
42. Gij zult niet overtreden
43. Gij zult niet met boosaardigheid handelen
44. Gij zult het land van boeren niet stelen
45. Je zult geen geheimen prijsgeven
46. Je mag een getrouwde vrouw niet het hof maken
47. Je gaat niet met een andere vrouw naar bed
48. Je zult geen terreur veroorzaken
49. Je zult niet in opstand komen
50. Je zult niet de oorzaak zijn van woede of uitbarstingen
51. Je zult niet onbeschaamd handelen
52. Gij zult geen geschillen veroorzaken (misverstanden)
53. Gij zult niet verkeerd oordelen (misleiden) of overhaast oordelen
54. Je zult niet ongeduldig zijn
55. U zult geen ziekte of letsel veroorzaken
56. Gij zult een koning niet vervloeken
57. Gij zult het drinkwater niet verstoren
58. Gij zult niet onteigenen
59. U mag geen geweld gebruiken tegen het gezin
60. Je gaat niet om met gewelddadige mensen
61. Je zult onrecht niet in de plaats stellen van gerechtigheid
62. Je zult geen misdaden begaan
63. Je zult anderen niet harder laten werken voor hetzelfde gewin
64. U mag uw dienaren niet slecht behandelen
65. Je maakt geen bedreigingen
66. Je zult niet toestaan dat een meester een dienaar slecht behandelt
67. Gij zult geen hongersnood veroorzaken
68. Je zult niet boos worden
69. Gij zult niet doden of opdracht geven tot moord
70. Je zult geen afschuwelijke daden begaan
71. Gij zult geen verraad plegen
72. U mag niet proberen uw domein op illegale wijze uit te breiden
73. U mag zich geen geld en eigendommen van anderen toe-eigenen
74. U mag geen vee in de weilanden in beslag nemen
75. Je zult geen gevogelte vangen dat voor de Goden bedoeld is
76. Gij zult de waterstroom niet belemmeren
77. Je mag de dammen die voor stromend water zijn aangelegd niet doorbreken
Bent u geïnteresseerd in dit artikel en wilt u het volledig lezen?
Toegang tot alle Premium-inhoud. Meer dan 2000 artikelen en e-boeken