CZoals Amadou Hampâté Bâ terecht schrijft in zijn voorwoord bij dit bewonderenswaardige boek, is Afrika bovenal het land van religie. Geen mystieke en abstracte religie gewijd aan de grote vragen van de metafysica, maar een aardse religie, verbonden met de natuur, die op elk moment van het leven tot uiting komt, die mannen en vrouwen inspireert in elk gebaar, elk woord. Dit is de betekenis van dit boek, een verzameling mythen, liederen, offers en gebeden verzameld in het uitgestrekte land dat vroeger Soedan heette, van het Arabische As-souad, het ‘zwarte land’. Songhay, Peul, Dogon, Mossi, Bambara, Fân, Yoruba uit West-Afrika, Korona, Bantu, Nuer, Chagga, Hottentotten uit Zuid- en Oost-Afrika, hun woorden vastgelegd door grote reizigers en liefhebbers van Afrika zoals Germaine Dieterlen, die samenwerkte met Amadou Hampâté Bâ en Marcel Griaule, Jean Rouch, de filmmaker van The Lion Hunt in de boog, of Sir Edward Evans-Pritchard, onthult voor onze ogen een genegeerd deel van de universele cultuur. Het toont ons de kracht van mythen, maar ook de humor, de poëzie en de verbeeldingskracht van Afrikaanse volkeren, die even divers zijn in hun cultuur als in hun geschiedenis. Zoals de magische Songhay-formules ‘om door muren te ontsnappen’, de bezwering van de Fulani-smeden, het gebed van de Tutshiokwe van Katanga om vrouwen te helpen tijdens een moeilijke bevalling, de cultus van Fa en de Orisa die zich vermengt met de voodoo van Amerika. , de lof van Amma, de God van de Dogon, of van Mbedzi, de hoge Kalanga-priester van de God Mwali, ‘de vijver van water wervelend.” Mogen deze sprankelende plots de lezer van vandaag kennis laten maken met de spirituele schat van Afrika, het continent dat te lang vergeten is.