LKwantumfysica is echt raar. Volgens de wetten ervan kun je bijvoorbeeld een kat hebben die zowel dood als levend is, totdat je hem direct kunt observeren. We kunnen ook deeltjes hebben die onafhankelijk van de afstand tussen hen interageren, of deeltjes die tegelijkertijd door twee gaten gaan. Met deze regels is het onmogelijk om tegelijkertijd de snelheid en positie van een elektron te kennen, je moet kiezen. Einstein zelf was verontrust door sommige aspecten ervan, met name het feit dat elementen gebaseerd waren op waarschijnlijkheid, wat hem de beroemde zinsnede 'God dobbelt niet' uitsprak.
Als de kwantumfysica goed beschrijft wat er op microscopisch niveau gebeurt, lijkt het soms moeilijk om dit samen te laten vallen met wat er op hogere schaal gebeurt: niets belet ons om zowel de snelheid van een rallyauto als zijn positie op de weg te kennen! Waar komen de ‘mysterieuze’ kwantumverschijnselen vandaan? Uit parallelle werelden uiteraard. In ieder geval is dit de theorie die natuurkundigen van de Griffith University (Australië) zojuist hebben bedacht, die deze beschrijven in een artikel dat zojuist is verschenen in het tijdschrift Physical Review X.
Volgens hen zou er een enorm, maar eindig, aantal ‘klassieke’ universums zoals het onze zijn, en zou de interactie tussen deze universums kwantumfenomenen genereren. Ze noemen bijvoorbeeld het tunneleffect, waardoor een deeltje een potentiële barrière kan passeren zonder de energie te hebben die daarvoor nodig is, of de energie van het vacuüm, wat ‘directe gevolgen zou zijn van de wederzijdse afstoting tussen deze parallelle werelden. Deze interacties zouden daarom “alles vreemds aan de kwantummechanica” verklaren. Over het geheel genomen zouden de parallelle universums elkaar dus beïnvloeden, in plaats van zich onafhankelijk te ontwikkelen.
Parallelle universums zijn niet onafhankelijk.
Hoewel parallelle werelden een van de favoriete onderwerpen van de sciencefictionliteratuur zijn, zijn ze ook het onderwerp van zeer serieuze studies door de wetenschap, vooral in het licht van de kwantumfysica. Al in 1957 legde Hugh Everett uit dat het universum alle toestanden omvatte die door de kwantummechanica worden gedefinieerd, en dat het de waarnemer was die slechts één mogelijkheid waarnam. Eenvoudig gezegd zorgde de interactie met de werkelijkheid ervoor dat hij één pad ‘koos’, zonder dat de andere tegelijkertijd ophielden te bestaan.
Dus wat is er nieuw aan wat het Griffith University-team te bieden heeft?
“In de bekende veel-wereldentheorie splitst elk universum zich elke keer dat er een kwantummeting wordt gedaan op in een aantal nieuwe universums”, legt professor Wiseman, een van de auteurs van het artikel, uit. “Alle mogelijkheden worden daarom gerealiseerd: in sommige universums miste de asteroïde die de dinosauriërs doodde de aarde. In andere landen werd Australië gekoloniseerd door de Portugezen. Maar critici trekken de realiteit van deze andere universums in twijfel, aangezien ze ons universum helemaal niet beïnvloeden. In dat opzicht is onze theorie van ‘meerdere interacterende werelden’ compleet anders, zoals de naam al doet vermoeden.”
De ‘theorie van meerdere op elkaar inwerkende werelden’ kan in drie punten worden samengevat:
Het universum dat we kennen is slechts een van een gigantisch aantal werelden. Sommige zijn bijna identiek aan de onze, terwijl de meeste heel verschillend zijn.
Al deze werelden zijn net zo echt als elkaar, bestaan permanent in de tijd en hebben nauwkeurig gedefinieerde eigenschappen.
Alle kwantumverschijnselen komen voort uit een universele afstotingskracht tussen ‘naburige’ (d.w.z. vergelijkbare) werelden, waardoor ze steeds meer van elkaar gaan verschillen.
Voor Dr. Hall, co-auteur van het artikel, zou deze theorie de buitengewone mogelijkheid kunnen creëren om het bestaan van andere (parallelle) werelden te testen. En dat zou geen sciencefiction zijn.